Thuis bij…Marit (5)

‘Ik vind het zo naar voor je dat je toekomst zo onzeker is lieverd.’

Marits’ moeder bereid het avondeten voor en Marit klapt haar laptop dicht. Het was een vermoeiende werkdag en ze verlangt naar fysieke afleiding. Dinsdagavond gaat ze normaal gesproken naar handbal, maar omdat het een contactsport is kan dit helaas niet meer doorgaan.

‘Dat is het ook mam. Maar ik vind het nog erger voor de oudere mensen, zij zijn veel kwetsbaarder.’

‘Je bedoelt mij toch niet hoop ik hè?’ Haar moeder geeft haar een knipoog.

‘Ik zeg niet dat je oud bent, maar je zit wel in de risicogroep, daar maak ik me soms zorgen om.’

‘Ik snap je bezorgdheid, maar ik ben vijfenzestig hoor, geen tachtig.’

‘Ik weet het mam, ik bedoelde het niet zo.’ Marit zucht. ‘Het voelt allemaal zo uitzichtloos en doelloos wat ik doe. Ik mis mijn collega’s.’

‘Snap ik lieverd. Dat is heel logisch. Je bent nog maar net met je carrière begonnen. Dan heb je voorbeelden nodig om je heen.’

‘Ja en dat niet alleen. Ik mis het ook om gewoon om door de gangen te lopen en collega’s te begroeten, de simpele dingen en contactmomentjes.’

‘Snap ik.’ Haar moeder snijd de prei in plakjes en schuift ze in de pan met kokend water.

‘Ga je preisoep maken?’

‘Ja. Nu jij uit huis bent kan dat weer.’ Haar moeder lacht. ‘God wat had jij een hekel aan prei. Alleen al bij het zien ervan kon je overstuur raken!’

Marit lacht bij de herinnering. Het voelt goed om het even ergens anders over te hebben dan corona.

‘Hoe gaat het met de huizen zoektocht?’ Vraagt haar moeder.

‘Ik denk wel goed. Ik vermoed dat we buiten de stad zullen moeten zoeken voor een betaalbaar huis Maar voorlopig zitten we wel goed. We hebben elkaar in elk geval.’

‘Dat klopt helemaal.’ Haar moeder draait zich om en kijkt Marit aan. ‘Ik ben ontzettend trots op je, weet je dat?’

‘Dank je wel mam. Ik ook op jou.’ Ze voelt enorm de aandrang om haar moeder nu een knuffel te geven, maar beheerst zich. Haar moeder draait zich weer naar het gas. Zou ze het gemerkt hebben?

‘En hoe gaat het met je vriendinnen? Zie je die nog?’

‘Jawel, de meeste wel. Weet je mam. In deze tijd kom ik er ook achter wie mijn echte vrienden zijn. Ik hoef niet meer zo nodig met de hele wereld af te spreken en dat geeft wel rust eigenlijk.’

‘Mmhum.’

‘Wat ik wel irritant vind is het steeds moeten checken bij vrienden hoe ze erin staan. Wel of niet knuffelen, wel of geen mondkapje. Crazy toch?’

‘Ja. Dat is zo. Het is even wat het is. En nu is het tijd dat je wat leuks gaat doen! Lekker hardlopen of een lange wandeling maken en ontspannen.’

‘Ja, je hebt gelijk. Morgen is er weer een nieuwe dag. Echt fijn dat ik bij jou kan werken mam.’

‘Ik vind het alleen maar gezellig meis. Tot morgen dan hè!’ Ze zendt haar dochter een kus met haar hand.

‘Tot morgen mam.’

(Naam en context is fictief maar verhaallijn is wel gebaseerd op persoonlijke ervaringen).