Zorglast

‘Hey Ruud, zit je weer lekker koffie te leuten?’ Barbara steekt haar hoofd om de hoek van de personeelskamer.

‘Ja ja, ik moet veel ontspannen anders wordt ik ziek. En dat kan niet want er is geen plaats voor mij in het ziekenhuis.’

Barbara lacht. ‘Dat klopt, maar wellicht kunnen we een tentenkamp opslaan en je daar installeren, lekker rustig voor ons.’

‘Nou lekker empathisch weer Babs, je bent mijn steun en toeverlaat.’ Hij knipoogt naar haar en zet zijn koffiebeker in de vaatwasser.

‘Dan gaan we maar weer terug het slagveld op.’ Zuchtend loopt hij naar de gang.

‘Succes Ruud, ik geloof in je.’ Barbara schenkt hem een meelevende glimlach.

‘Dankjewel Babs, dat waardeer ik.’

Zijn schoenen piepen op de linoleum vloer. Hij bereid zich mentaal voor op de komende shift van drie uur. Normaal gesproken ziet hij daar niet zo tegenop, maar nu is het alsof hij iedere keer een hoge berg moet beklimmen met een tekort aan zuurstof. Hij loopt de gesteriliseerde ruimte binnen en begint aan de verkleedpartij. Waarom er nog steeds mensen bestaan die zich vrijwillig klederdracht dragen is hem een raadsel. Hij hijst zich in het zware pak en neemt een diepe ademteug voor hij het dichtritst. Dan zet hij de helm op en sluit de zuurstof aan. Hij heeft het nu al bloedheet. Als een maanman stapt hij naar buiten, log en zwaar, zoekend naar balans. Hij stapt naar zijn afdeling. Wat mist hij het contact met de patiënten. Hij voelt zich nu meer een robot. Dat rotvirus ook.

Na drie tergend lange uren mag hij het pak eindelijk weer uittrekken. Zweetdruppeltjes parelen van zijn voorhoofd. Hij plenst koud water in zijn gezicht. Wat een verfrissing!
Hij heeft een half uur voor het hele ritueel weer van voor af aan begint. Eerst een lekkere kop koffie.

‘Nu alweer klaar?’ Grapt Barbara.

‘Nu even niet Babs.’ Ruud voelt zich ontzettend moe en ploft op de dichtstbijzijnde stoel neer.

‘Sorry Ruud, wil je koffie?’

‘Lekker.’

Barbara schenkt voor zichzelf ook koffie in en trekt er een stoel bij.

‘Ik kan er maar niet aan wennen. Iedere keer lijkt het alsof ik een beetje leegloop als ik dat pak uittrek.’

‘Ja, ik geloof je Ruud. Maar je doet het geweldig.’ Barbara kijkt hem met een moederlijke blik aan.

Hij glimlacht terug. ‘En het is ook wel heel sexy toch, wordt je niet enorm opgewonden als je mij zo ziet?’

Barbara schiet in de lach. ‘Ik was even bang dat je humor eruit was gezweet, maar gelukkig is het er nog.’

‘Dat komt door jou Babs.’

‘We slepen elkaar er wel doorheen broeder. Maar nu moet ik ook weer aan de slag. Tot over drie uurtjes!’