Ken je plek

[vc_row][vc_column][vc_column_text]

Marit knikt en luistert aandachtig naar het verhaal van Sophie. ‘Ik merk gewoon dat het elke dag erger wordt en ik weet niet hoe lang ik dit nog volhoud.’
‘En je voelt je niet gehoord en gezien’ vult Marit verder voor haar in. Ze zit op haar hurken voor Sophie en kijkt haar meelevend aan.
Sophie knikt en kijkt naar beneden.
‘En hoe voelt dat voor je?’, vraagt Marit door.
Sophie veegt snel de traan uit haar ooghoek.
‘Ik voel me gewoon niet serieus genomen.’
‘Mmmm ja ik snap het. Ik zou je graag willen helpen, maar ik heb nou eenmaal niet de bevoegdheid dat weet je.’

‘Ben je weer de psycholoog aan het uithangen!’ Ben loopt achter Marit langs en kijkt haar achterdochtig aan.
‘Ja, iemand moet het doen hè, aangezien er anders niks mee wordt gedaan’ probeert ze zo luchtig mogelijk, maar het is een steek onder water en niet de eerste die ze uitdeelt naar Ben.
‘Oké, nou laten we er voor de verandering eens een keer over praten dan, wat ik volgens jou allemaal niet goed doe. Ik zie je over vijf minuten in mijn kantoor.’
Voor Marit kan antwoorden loopt Ben alweer verder.

‘Nou, vertel, ik ben benieuwd.’ Ben leunt achterover in zijn ergonomisch zwart leren designstoel.
Marit ontspant zich iets, maar blijft op haar hoede.
‘Ik zie dat sommige collega’s worstelen met allerlei persoonlijke problemen en daarvoor bij niemand terecht kunnen. Ik vind dat lastig om te zien en wil graag helpen omdat ik om mijn collega’s geef.’
‘Mmhum.’ Ben knikt en moedigt haar aan om door te gaan.
‘En ik zie niet dat jíj of iemand anders daarin investeert’ gaat Marit verder.
‘Oké.’
Marit voelt zich geïrriteerd raken. Dit is geen gesprek. Terwijl hij eerst het gevoel geeft te luisteren drukt hij waarschijnlijk toch gewoon zijn eigen plan door.

‘Wat is je vraag?’

‘Ik zou graag van jou willen horen of je bereid bent hier iets aan te doen, zodat we er allemaal beter van worden.’
‘Oké fair enough, ik hoor wat je zegt en ben blij dat je eerlijk bent en wilt bijdragen aan het verbeteren van het welzijn van het team.’
‘Laat me heel even uitpraten.’ Ben steekt zijn hand op als stopteken als hij ziet dat Marit wil reageren. ‘Jij zegt dus dat ik moet doen waar ik voor betaald wordt. Ik wordt betaald om leiding te geven, niet om psychologie te bedrijven. Daar hebben we immers psychologen voor. Dus wat is je voorstel?’

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]