‘O hemel, uitgerekend zij!’ Peter leest de mail waarin hem wordt medegedeeld dat Geertje hem gaat helpen met het onderzoek naar verbetering van de luchtkwaliteit in het centrum van de stad.
Hij is samen met collega Jan hieraan begonnen tot deze langdurig ziek werd. Met tegenzin loopt hij naar haar bureau, een paar meter verderop.
‘Oké’, je hebt de mail gelezen neem ik aan?’ Zonder een antwoord af te wachten vervolgt hij.
‘Laten we ergens gaan zitten waar we rustig kunnen praten en een planning kunnen maken. Ik stel voor dat jij een gespreksruimte reserveert van één tot vier dan maak ik alvast een opzet voor de planning.’
Meteen loopt hij weer terug naar zijn werkplek.
‘Hoe heet dat reserveringssysteem ook alweer?’ roept ze hem na.
‘Serieus? Hoe lang werk je hier?’ Hij draait zich om en loopt weer naar haar bureau.
‘Hier, i-reserve, nieuwe boeking, welke kamer er beschikbaar, checken tot hoe laat het kan, reserveren etcetera etcetera.’
‘Ik vroeg alleen om de naam, maar dank je.’ Ze glimlacht naar Peter, maar krijgt een verwijtende blik retour. Tien minuten later print Peter een prachtig overzichtelijke opzet om de planning tot in de puntjes mee te kunnen invullen.
‘Neem jij de reader mee? Ik haal nog even koffie en dan zie ik je in 1.02’.
‘De reader, de reader’ herhaalt Geertje hardop. ‘Waar heb ik die gelaten?’ Ze doorzoekt haar laatjes, tilt lege koffiebekers op en graait door de stapel papieren die op haar bureau verspreid liggen, waardoor de helft op de grond beland.
‘Zoek je deze soms?’ Mark tilt een dikke reader van de vloer omhoog. ‘Juist, die zocht ik, dank je Mark.’ Ze plaatst haar handen tegen elkaar als uiting van dankbaarheid.
‘Misschien moet je je bureau een keer opruimen?’ Antwoordt hij droog.
‘Ja ja, zal ik doen, voor de kerst goed?!’ Ze steekt gekscherend haar tong naar hem uit.
Mark schudt zijn hoofd en loopt lachend weg.
Als ze in de gespreksruimte aankomt zit Peter ongeduldig op haar te wachten. ‘We moeten veel doen Geertje, laten we geen tijd verspillen goed?’ klinkt het vermanend.
‘Oké, maar voor we gaan beginnen Peter lijkt het me goed als we eerst even onze verwachtingen uitspreken, want ik voel teveel spanning en irritatie.’
Verstoord kijkt Peter haar aan, maar voor hij een weerwoord kan geven is Geertje hem voor.
‘Ik weet dat je mij niet mag en ik heb ook geen zin om dit samen te doen. We zijn complete tegenpolen van elkaar! Verwacht dus niet dat ik ben en werk zoals jij, want ik ben anders en heb andere kwaliteiten.’
Zuchtend ploft ze op de stoel neer en wacht op Peters’ antwoord.
Peter blijft stil en staart naar de lege planning. Als hij opkijkt knikt hij eerst en antwoordt dan rustig en zacht. ‘Oké Geertje, dank voor je eerlijkheid. Ik denk dat we er wel uitkomen.’ Stilte.
‘Maar ik heb nooit gezegd dat ik je niet mag hoor.’