Who the fuck is Alex?

[vc_row][vc_column][vc_column_text]

Er hangen een paar verkreukelde afgedankte slingers aan het plafond boven het bureau van Alexander. Bedankt voor je inzet, we gaan je missen! staat er op de voorzijde van de kaart die op zijn bureau staat. Binnenin staan krabbels en wensen van een aantal collega’s. Bedankt Alexander, het ga je goed! of Geniet van je welverdiende pensioen!

Alsof hij nog lang niet van plan is om het bedrijf te verlaten, verwerkt hij net als anders geroutineerd de data in het systeem en neemt ondertussen kleine slokjes koffie uit de beker die hij heeft gekregen toen hij vijftig werd. ‘Niet te hard werken hè Alex, anders ga je ‘t straks nog missen!’ zegt Bart, de teammanager in het voorbijgaan en geeft hem een klopje op zijn schouder.
‘Nog een uurtje en dan ben je een gepensioneerde man’ vervolgt hij, luid genoeg voor een aantal collega’s om op te kijken van hun werk. Sommigen lijken voor het eerst de slingers op te merken. Verlegen onder deze overkill aan aandacht schuift Alexander ongemakkelijk heen en weer op zijn stoel en blijft met zijn blik gericht op de computer. Hij is niet zo’n prater en zit tijdens de pauzes ook het liefst alleen, zodat hij de krant rustig door kan lezen.

‘Wie is Alexander?’ vraagt Annelies, die bij het kopieerapparaat opvangt dat er een bescheiden afscheidsceremonie plaats zal vinden aan het einde van de middag.
‘Die ouwe Griek van de administratie. Die werkt hier al honderd jaar volgens mij’ antwoordt een andere collega.

Als het vier uur is komt Bart binnen gelopen met een bos bloemen en een envelop. ‘Oké! Allemaal even jullie aandacht graag! Kom er even gezellig bij staan.’
Hij wenkt zijn team bij elkaar als een hen die haar kippen verzamelt.
Hij richt zich tot Alexander, die erbij zit alsof hij het liefst onder het tapijt zou willen kruipen.
‘Vijfentwintig jaar heeft hij zich vijf dagen per week, achtenveertig weken per jaar ingezet als data entry medewerker. Elk jaar ging hij de hele maand december naar Kefalonia, wat waarschijnlijk bijna niemand iets zegt, maar waar zijn moeder woont, om zijn vakantie en de feestdagen samen met haar en zijn dochter door te brengen. Verspreid over alle jaren is Alexander zeven dagen ziek geweest vanwege een operatie aan zijn knie en nog nooit te laat gekomen.’
Bart dreunt de feiten achter elkaar op wat vele reacties oproept, uitend in opgetrokken wenkbrauwen, vragende ogen, verbaasde blikken naar elkaar en verraste ‘oh echt’s?’

Annelies zit ongeïnteresseerd in de verte te staren en kijkt af en toe opvallend op haar horloge.
‘Alex.’ Bart zoekt oogcontact. Alexander kucht zenuwachtig en kijkt voor het eerst op.
‘Al was je misschien niet de meeste opvallende collega, je behoort zeker tot de trouwste medewerkers en we zijn je ontzettend dankvoor voor je inzet al die jaren.’ Bart pakt de bos bloemen en envelop van het bureau achter hem en overhandigt deze met een groots gebaar aan Alexander. Traag en onhandig komt deze half uit zijn stoel overeind en pakt de geschenken aan. ‘Bedankt’ zegt hij zachtjes en legt de bloemen en de envelop op zijn bureau.

‘Nou is er nog iemand anders die wat toe wil voegen?’ Een ongemakkelijke stilte volgt. Hier en daar klinkt een bedankt en succes wens uit de groep. Na een kort en krachtig applaus valt iedereen aan op de hapjes en drankjes en is Alexander naar de achtergrond verdwenen.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]